zwartgallig
Nederlands
Woordafbreking
- zwart·gal·lig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘zwaarmoedig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1722 [1]
- Van de Middeleeuwse theorie van de vier humoren, waarvan de zwarte gal er één was.
- Samenstellende afleiding van zwart en gal met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | zwartgallig | zwartgalliger | zwartgalligst |
verbogen | zwartgallige | zwartgalligere | zwartgalligste |
partitief | zwartgalligs | zwartgalligers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
zwartgallig
- melancholisch, somber
Vertalingen
1. melancholisch, somber
Gangbaarheid
- Het woord zwartgallig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zwartgallig' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.