zwammen
Nederlands
Woordafbreking
- zwam·men
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kletsen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1882 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zwammen |
zwamde |
gezwamd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
zwammen
- ergatief doelloos en onzinnig praten
- Hij zat weer eindeloos te zwammen en ik kreeg daar een beetje genoeg van.
Gangbaarheid
- Het woord zwammen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zwammen' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.