zwachtelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zwach·te·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zwachtelen
zwachtelde
gezwachteld
zwak -d volledig

Werkwoord

zwachtelen

  1. overgankelijk, (medisch) omwinden met een zwachtel
    • Ze zwachtelde zacht zijn hand. 
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord zwachtelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.