zwaait uit
Nederlands
Woordafbreking
- zwaait uit
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitzwaaien |
zwaait (…) uit
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien
- Jij zwaait uit.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitzwaaien
- Hij zwaait uit.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van uitzwaaien
- Zwaait uit!
Gangbaarheid
- Het woord zwaait uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.