zoutje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zoutje    (hulp, bestand)
  • IPA: /zɑʊtʲə/
Woordafbreking
  • zout·je
enkelvoud meervoud
naamwoord
verkleinwoord zoutje zoutjes

Zelfstandig naamwoord

zoutje o dim. tant.

  1. (voeding) een klein zoutig baksel dat als borrelhapje of versnapering genuttigd wordt
    • Wil je er wat zoutjes bij? 
  1. (voeding) borrelnootje
  2. (voeding) chips

Zelfstandig naamwoord

zoutje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord zout

Gangbaarheid

  • Het woord zoutje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.