zoogster

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zoog·ster
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling zogen met het achtervoegsel -ster
enkelvoud meervoud
naamwoord zoogster zoogsters
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

zoogster v [1]

  1. (beroep) vrouw die een kind van een ander borstvoeding geeft
    • Een zoogster, een min, een minne, een stilster en een zoogvrouw: ze doen allemaal hetzelfde. Namelijk: het kind van een ander borstvoeding geven, meestal tegen een kleine vergoeding. Met name in adellijke kringen was het geven van borstvoeding lange tijd impopulair. Dat lieten de deftige vrouwen liever aan iemand anders over. [2] 
    • Een ander voorbeeld. Als jongeman hoorde ik voor het eerst de uitdrukking een ‘mer à boire’ en meende dat het ging om het Franse woord voor zoogster. Wat waren die Fransen toch creatief met taal, wat een vondst. Een echte moeder en een moeder om bij te drinken. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zoogster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.