voedster

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voed·ster
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vrouw die voedt’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1]
  • Naamwoord van handeling van voeden met het achtervoegsel -ster [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord voedster voedsters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

voedster v [3]

  1. vrouw die voedt (zoogt)
  2. (beroep) een vrouw die tegen betaling een vreemd kind zoogt, een min
Afgeleide begrippen
  • voedsterbij, voedsterdochter, voedsteren, voedsterkind, voedsterloon, voedstermoeder, voedsterplant, voedstervader, voedsterzoon

Gangbaarheid

  • Het woord voedster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.