zomerjurk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zo·mer·jurk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zomerjurk zomerjurken
verkleinwoord zomerjurkje zomerjurkjes

Zelfstandig naamwoord

zomerjurk v/m

  1. (kleding) een luchtige jurk bedoeld om in de warmte van de zomer gedragen te worden
    • Ze had alleen maar een zomerjurkje aan en de neergutsende koude bui deed haar huiveren. 

Gangbaarheid

  • Het woord zomerjurk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.