zodensnijder

Zodensnijder.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zodensnijder    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzodə(n)ˌsnɛidər/
Woordafbreking
  • zo·den·snij·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zodensnijder zodensnijders
verkleinwoord zodensnijdertje zodensnijdertjes

Zelfstandig naamwoord

zodensnijder m

  1. (landbouw) een landbouwmachine die graszoden snijdt
    • Hij heeft een nieuwe zodensnijder aangeschaft. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord 'zodensnijder' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.