zijl
Nederlands
Woordafbreking
- zijl
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘waterlozing, sluis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1280 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zijl | zijlen |
verkleinwoord | zijltje | zijltjes |
Zelfstandig naamwoord
zijl m
- (waterstaat) sluis ter afwatering aangebracht in een dijk
- De aanwezigheid van een zijl is te zien in veel namen van noordoostelijk Nederland, zoals Delfzijl of Blokzijl.
Gangbaarheid
- Het woord zijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zijl' herkend door:
73 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.