zijl

Niet te verwarren met: zeil

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zijl
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘waterlozing, sluis’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1280 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord zijl zijlen
verkleinwoord zijltje zijltjes

Zelfstandig naamwoord

zijl m

  1. (waterstaat) sluis ter afwatering aangebracht in een dijk
    • De aanwezigheid van een zijl is te zien in veel namen van noordoostelijk Nederland, zoals Delfzijl of Blokzijl. 
Gelijkklinkende woorden
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord zijl staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
55 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.