zielenpiet
Nederlands
Woordafbreking
- zie·len·piet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ziel en Piet met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zielenpiet | zielenpieten |
verkleinwoord | zielenpietje | zielenpietjes |
Zelfstandig naamwoord
zielenpiet m
- iemand waarmee men medelijden kan hebben
- Hij is echt geen zielenpiet, hoor, hij kan wel tegen een stootje.
Gangbaarheid
- Het woord zielenpiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zielenpiet' herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.