zendbode

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zend·bo·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zendbode zendboden
zendbodes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zendbode m

  1. iemand die gezonden werd met een boodschap of als afgevaardigde
    • De zendbode is door de telefoon en het internet geheel overbodig geworden. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'zendbode' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
72 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.