zendbereik

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zendĀ·beĀ·reik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zendbereik -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

zendbereik o

  1. de straal van het gebied rond een zender waar deze goed te ontvangen is
    • Na de verhoging van de mast en de vergroting van het zendvermogen is het zendbereik een stuk groter geworden. 

Gangbaarheid

  • Het woord zendbereik staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.