zeilles
Nederlands
Woordafbreking
- zeil·les
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zeil ww en les zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zeilles | zeillessen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
zeilles v / m
- onderwijs in het varen op windkracht
- De enige illegale weg voert over het water: via de Oostzee naar Denemarken. Gompitz neemt zeilles, koopt een boot, spaart geld (in Westduitse valuta), vertelt niets aan zijn vrouw en wacht vervolgens op gunstige wind. [2]
- Zeillessen van de Kieler Yachtclub. [3]
Gangbaarheid
- Het woord 'zeilles' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zeilles' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Hansen, W. "Zeven jaar wachten op gunstige wind" in: De Volkskrant jrg. 74 nr. 21633 (8 september 1995); p. 24 (6) kol. 4; geraadpleegd 2018-10-07
- fotobijschrift in: "Parlementaire Kroniek." in: Rotterdamsch Nieuwsblad jrg. 32 nr. 10038 (12 december 1910); p. 5 kol. 1/2; (oudste vindplaats op Delpher) geraadpleegd 2018-10-07
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.