zegeboog
Nederlands
Woordafbreking
- ze·ge·boog
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zege zn en boog zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zegeboog | zegebogen |
verkleinwoord | zegeboogje | zegeboogjes |
Zelfstandig naamwoord
zegeboog m
- een boog opgericht om de zege te vieren.
Gangbaarheid
- Het woord 'zegeboog' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zegeboog' herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.