zakendoen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·ken·doen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zakendoen
deed zaken
zakengedaan
onregelmatig volledig

Werkwoord

zakendoen

  1. inergatief commerciële activiteiten ontplooien
    • Het was prettig met u zakengedaan te hebben. 

Gangbaarheid

  • Het woord zakendoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.