zakendoen
Nederlands
Woordafbreking
- za·ken·doen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaak en doen met het invoegsel -en-
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
zakendoen |
deed zaken |
zakengedaan |
onregelmatig | volledig |
Werkwoord
zakendoen
- inergatief commerciële activiteiten ontplooien
- Het was prettig met u zakengedaan te hebben.
Gangbaarheid
- Het woord zakendoen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zakendoen' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.