zakencijfer
Nederlands
Woordafbreking
- za·ken·cij·fer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van zaken en cijfer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | zakencijfer | zakencijfers |
verkleinwoord | zakencijfertje | zakencijfertjes |
Zelfstandig naamwoord
zakencijfer o
- de totale hoeveelheid geld die bij koop en verkoop van een bedrijf betrokken is
- Het verwachte zakencijfer voor dit jaar bedraagt 2 miljoen euro.
Gangbaarheid
- Het woord zakencijfer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'zakencijfer' herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.