zakcent

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zak·cent
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zakcent zakcenten
verkleinwoord zakcentje zakcentjes

Zelfstandig naamwoord

zakcent m

  1. geld om op zak te hebben voor kleine uitgaven
    • Die bonus was wat groter dan een eenvoudige zakcent. 

Gangbaarheid

  • Het woord zakcent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.