zager

Zager [1] Eunereis longissima

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van zagen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord zager zagers
verkleinwoord zagertje zagertjes

Zelfstandig naamwoord

zager m

  1. (biologie) verzamelnaam voor een aantal soorten borstelwormen (Nereis virens, Eunereis longissima), die geliefd zijn als aas bij zeevissers
    • Hij ging het wad op op zoek naar zagers. 
  1. (beroep) iemand die al of niet voor den brode materialen in stukken zaagt
    • We hebben nog een positie open voor een zager in ons bedrijf. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • zagersbok

Gangbaarheid

  • Het woord zager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.