zadeldak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·del·dak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zadeldak zadeldaken
verkleinwoord zadeldakje zadeldakjes

Zelfstandig naamwoord

zadeldak o

  1. een dak met twee tegen elkaar geplaatste gelijkhellende dakschilden
    • De kerk van Anloo heeft een zadeldak. 

Gangbaarheid

  • Het woord zadeldak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.