zadelboog

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • za·del·boog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zadelboog zadelbogen
verkleinwoord zadelboogje zadelboogjes

Zelfstandig naamwoord

zadelboog m

  1. de verstevigde boog aan de voorzijde van een zadel
    • In het dameszadel steunt het linkerbeen in de stijgbeugel [...], terwijl het rechterbeen rust over een voorste zadelboog aan de linkerkant van het zadel.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord zadelboog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
79 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. blz 262. Paarden voor Dummies
    door Audrey Pavia, N. Kuilder, J.M. Posnikoff, Fontline
    Vertaald door N. Kuilder, N. Goinga
    Uitgegeven doorPearson Education, 2003 ISBN 9043007625, ISBN 9789043007627
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.