zaagde uit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  zaagde uit    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈzaɣdə ˈœyt/
Woordafbreking
  • zaag·de uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitzagen

zaagde (…) uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitzagen
    • Ik zaagde uit. 
    • Jij zaagde uit. 
    • Hij, zij, het zaagde uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord zaagde uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.