wrap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wrap
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord wrap wraps
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

wrap m

  1. soort pannenkoek die wordt gevuld met voedsel
Hyponiemen
  • tiewrap
Afgeleide begrippen
  • wrapbroodje

Werkwoord

vervoeging van
wrappen

wrap

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wrappen
    • Ik wrap. 
  2. gebiedende wijs van wrappen
    • Wrap! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wrappen
    • Wrap je? 

Gangbaarheid

  • Het woord wrap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Engels

vervoeging
onbepaalde wijs to wrap
he/she/it wraps
verleden tijd wrapped
voltooid
deelwoord
wrapped
onvoltooid
deelwoord
wrapping
gebiedende wijs wrap

Werkwoord

wrap

  1. wikkelen
  2. inwikkelen, inpakken
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.