woordvoerster
Nederlands
Woordafbreking
- woord·voer·ster
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woordvoerster | woordvoersters |
verkleinwoord | woordvoerstertje | woordvoerstertjes |
Zelfstandig naamwoord
woordvoerster v
- een vrouwelijk persoon die namens anderen spreekt
- De woordvoerster ontweek de aanvallende vraag.
Vertalingen
1. een vrouwelijk persoon die namens anderen spreekt
Gangbaarheid
- Het woord woordvoerster staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'woordvoerster' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.