woontoren
Nederlands
![](../I/m/Overzicht_woontoren_-_Amerongen_-_20370436_-_RCE.jpg)
woontoren van een kasteel
![](../I/m/Woontoren_Overhoeks.jpg)
woontoren
Woordafbreking
- woon·to·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wonen ww en toren zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woontoren | woontorens |
verkleinwoord | woontorentje | woontorentjes |
Zelfstandig naamwoord
woontoren m [1]
- (middeleeuwen) middeleeuwse toren waarin men kan wonen (tijdens een belegering)
- hoog flatgebouw
- Eén 100 meter hoge woontoren in Enschede is niet genoeg. Het CDA ziet graag nog een ‘Alphatoren’ verschijnen in de skyline van onze stad. [2]
- Er tekent zich een politieke meerderheid af die instemt met de bouw van een 32 meter hoge woontoren bovenop het aloude, verpauperde badhuis aan de Oldenzaalsestraat. [3]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord woontoren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'woontoren' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia Wilco Louwes 22-02-18 CDA denkt aan een tweede Alphatoren in Enschede
- Tubantia Gerard Smink 24-01-18 Woontoren op badhuis Hengelo stap dichterbij: raad akkoord
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.