woonstede

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woon·ste·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord woonstede woonsteden
woonstedes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

woonstede v/m

  1. het gebouw waarin men woont
    • Juridisch is opname in een psychiatrische inrichting nog geen verlies van woonstede. 
  1. de woning op een boerderij
    • De woonstede stond aan de rechterkant van het erf. 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord woonstede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
85 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.