woonstede
Nederlands
Woordafbreking
- woon·ste·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van woon en stede
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | woonstede | woonsteden woonstedes |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
woonstede v/m
- het gebouw waarin men woont
- Juridisch is opname in een psychiatrische inrichting nog geen verlies van woonstede.
- de woning op een boerderij
- De woonstede stond aan de rechterkant van het erf.
Gangbaarheid
- Het woord woonstede staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'woonstede' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.