woonst
Nederlands
![](../I/m/Markizaat_Lede.jpg)
[2] voormalige woonst van markiezenfamilie Bette
Zelfstandig naamwoord
woonst v [1]
- De brandweerlieden van DeKalb County worden sinds 3 januari aanzien als helden in Decatur, een gemeente in de Amerikaanse staat Georgia. Ze konden toen enkele kinderen opvangen die door de ouders uit een brandend appartementsgebouw werden gegooid. Zelfs een pasgeboren baby werd zonder waarschuwing uit de woonst gegooid. [2]
- De woontorens vallen wel. ‘Eentje is al vervangen door nieuwbouw, een tweede is al bijna afgebroken en uit de derde moeten veel mensen nog verhuizen. Alle inwoners krijgen een nieuwe woonst.[3]
- de wettelijke woonplaats van iemand
Gangbaarheid
- Het woord woonst staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'woonst' herkend door:
18 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 16/jan./2018
- de Telegraaf MAANDAG 15 JANUARI 2018
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.