woesteling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • woes·te·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van woest met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e-
enkelvoud meervoud
naamwoord woesteling woestelingen
verkleinwoord woestelingetje woestelingetjes

Zelfstandig naamwoord

woesteling m

  1. iemand die zich woest en onbehouwen gedraagt
    • Wat een woesteling. 

Gangbaarheid

  • Het woord woesteling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.