wisselaar
Nederlands
Woordafbreking
- wis·se·laar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wisselaar | wisselaars wisselaren |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
wisselaar m [1]
- apparaat waarmee men iets kan wisselen
- iemand die geld wisselt, een geldwisselaar
Hyponiemen
- briefwisselaar, cassettewisselaar, cd-wisselaar, geldwisselaar, ionenwisselaar, platenwisselaar, stroomwisselaar, verkeerswisselaar, warmtewisselaar
Gangbaarheid
- Het woord wisselaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wisselaar' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.