winding
Nederlands
Woordafbreking
- win·ding
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | winding | windingen |
verkleinwoord | windinkje | windinkjes |
Zelfstandig naamwoord
winding v [1]
- omwikkeling rond een voorwerp, wikkeling
- spiraalkring in een schroefvormig voorwerp
Hyponiemen
- hersenwinding, schroefwinding, spiraalwinding
Gangbaarheid
- Het woord winding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'winding' herkend door:
72 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen. |
Engels
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.