willoos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wil·loos
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van wil met het achtervoegsel -loos
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen willooswillozerwilloost
verbogen willozewillozerewillooste
partitief willooswillozers-

Bijvoeglijk naamwoord

willoos

  1. zonder willoos
    • De junk was een willoos slachtoffer van zijn eigen verslaving. 

Gangbaarheid

  • Het woord willoos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.