wicht
Nederlands
Woordafbreking
- wicht
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘wezen, klein kind, meisje’ voor het eerst aangetroffen in 1285 [1]
- Van Oudgermaans *wihtiz (ding, wezen, gewicht). Vanwaar ook komen: Limburgs wich, Oudengels wiht (Modern: weight en wight), Duits Wicht, Zweeds vätte. Vergelijk ook gewicht.
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wicht | wichten |
verkleinwoord | wichtje | wichtjes |
Gangbaarheid
- Het woord wicht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'wicht' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "wicht" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- etymologiebank.nl (meisje)
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- etymologiebank.nl (gewicht)
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.