werkschuw
Nederlands
Woordafbreking
- werk·schuw
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van werk en schuw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | werkschuw | werkschuwer | werkschuwst |
verbogen | werkschuwe | werkschuwere | werkschuwste |
partitief | werkschuws | werkschuwers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
werkschuw [1]
- het werken zoveel mogelijk mijdend
- de uitdrukking 'Langharig werkschuw tuig', werd in de jaren zestig van de afgelopen eeuw veel gebruikt om de protesterende jeugd aan te duiden
Afgeleide begrippen
- werkschuwheid
Gangbaarheid
- Het woord werkschuw staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'werkschuw' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.