werkende
Nederlands
Woordafbreking
- wer·ken·de
Bijvoeglijk naamwoord
werkende
- verbogen vorm van de stellende trap van werkend
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | werkende | werkenden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
werkende v/m
- iemand die betaalde arbeid verricht
- Door de positieve financieel-economische ontwikkelingen ontstaat langzaam maar zeker weer ruimte voor groei van inkomens en voor gerichte investeringen in de toekomst. Het is verheugend dat de koopkracht dit jaar en komend jaar opnieuw groeit voor werkenden, ouderen en mensen met een uitkering. [1]
- Hoewel het Nederland economisch weer voor de wind gaat, zien de werkenden hun inkomen nauwelijks stijgen. Een steeds groter deel van de economische groei verdwijnt in de zakken van speculerende aandeelhouders [2]
Gangbaarheid
- Het woord werkende staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.