welter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wel·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord welter welters
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

welter m [2]

  1. kluit
  2. aardrol, rolblok
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
welteren

welter

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van welteren
    • Ik welter. 
  2. gebiedende wijs van welteren
    • Welter! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van welteren
    • Welter je? 

Gangbaarheid

  • Het woord welter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.