welbewust
Nederlands
Woordafbreking
- wel·be·wust
Bijvoeglijk naamwoord
welbewust [1]
- met opzet en na goed nadenken
- Het hof gaat nog een stapje verder door te stellen dat als de werkgever geen contractuele of wettelijke bevoegdheid heeft om de pensioenregeling eenzijdig te wijzigen, deze regeling alleen gewijzigd kan worden als de werkneemster hiermee welbewust zou instemmen. Van welbewust kan, volgens het Hof pas sprake zijn als de werkneemster op de hoogte is gesteld van de financiële consequenties van een wijziging voor haar uiteindelijke pensioenrechten.[2]
- Voor doodslag moet opzet op de dood van iemand worden aangetoond, of op z’n minst dat je welbewust het risico hebt genomen dat iemand overlijdt.[3]
Gangbaarheid
- Het woord welbewust staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'welbewust' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 17 nov. 2017
- de Telegraaf 14 nov. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.