wegeling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·ge·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van weg met het achtervoegsel -ling met het invoegsel -e- [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord wegeling wegelingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

wegeling m [2]

  1. (verouderd) wegel, pad, weggetje

Gangbaarheid

  • Het woord wegeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
20 %van de Nederlanders;
29 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.