wegdeel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • weg·deel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wegdeel wegdelen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

wegdeel o

  1. een gedeelte van een weg
    • De gladheid zorgt voor langere files en ongelukken op de snelwegen in ons land, meldt de Verkeersinformatiedienst (VID). De wegen zijn vooral in het midden en noorden van het land verraderlijk glad door winterse buien en bevriezing van natte wegdelen.[1] 
    • De afsluiting betreft het wegdeel tussen knooppunt Burgerveen en Leiden in de richting van Den Haag.[2] 
Synoniemen
  • wegsegment
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord wegdeel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. de Telegraaf 12 feb. 2018
  2. de Telegraaf 28 sep. 2017
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.