weerzien
Nederlands
Woordafbreking
- weer·zien
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van weer en zien
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | weerzien | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
weerzien o
- het iemand na een lange tijd weer ontmoeten
- Hij had een aangenaam weerzien met zijn oude liefde.
Gangbaarheid
- Het woord weerzien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'weerzien' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.