waterrijk
Nederlands
Woordafbreking
- wa·ter·rijk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van water zn en rijk bn
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | waterrijk | waterrijker | waterrijkst |
verbogen | waterrijke | waterrijkere | waterrijkste |
partitief | waterrijks | waterrijkers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
waterrijk [1]
- met veel water
- Met De nieuwe wildernis (2013) en Holland: Natuur in de delta (2015) liet regisseur Mark Verkerk al zien hoe prachtig de Oostvaardersplassen en onze waterrijke gebieden zijn. Voor Wild was het natuurfilmer Luc Enting die zich tweeënhalf jaar verschool op de Veluwe om daar met highspeed camera’s, lange telelenzen en drones het wisselen van de seizoenen vast te leggen.[2]
- Zwembond wil zwemles voor asielzoekers na dood Syrische jongen. Er verdrinken mensen in waterrijk Nederland, met warm weer vinden miljoenen mensen verkoeling in en aan het water en dan kan er wel eens iets gebeuren.[3]
Gangbaarheid
- Het woord waterrijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'waterrijk' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf ERIC LE DUC 01 feb. 2018
- de Telegraaf 09 aug. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.