watering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • wa·te·ring
Woordherkomst en -opbouw

Naamwoord van handeling van wateren met het achtervoegsel -ing

enkelvoud meervoud
naamwoord watering wateringen
verkleinwoord wateringetje wateringetjes

Zelfstandig naamwoord

watering v

  1. wetering
  2. (in België) openbaar bestuur dat buiten de polderzones zorgt voor de waterhuishouding.
Synoniemen
  • [1] vloeiweide
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord watering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
79 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Engels

Werkwoord

watering

  1. onvoltooid deelwoord van water

Zelfstandig naamwoord

watering

  1. gerundium van water
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.