wasautomaat
Nederlands
![](../I/m/Washer.600pix.jpg)
wasautomaat
Woordafbreking
- was·au·to·maat
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van wassen ww en automaat zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | wasautomaat | wasautomaten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
wasautomaat m
- apparaat dat het hele wasproces van kleding achterelkaar automatisch uitvoert
- Voor de tweede keer binnen twee weken brak er in de woning van de familie Kamphuis uit Losser brand uit. Eerst op zolder - kortsluiting in de wasautomaat - en zondagmorgen in alle vroegte in de keuken. Een ontplofte deodorantbus zorgde dat de familie op tijd wakker werd en veilig het huis uit kon komen. [1]
- Ronduit verrassend is de ruimte aan stuurboordzijde in het achterschip; Jeanneau voorziet hier standaard in een ‘schuurtje’ met plaats voor bijvoorbeeld een wasautomaat, maar waar ook een werkplaats, tweede gastenhut, kantoor of zelfs bemanningsruimte kan worden gerealiseerd. [2]
Gangbaarheid
- Het woord wasautomaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Tubantia 08-06-15 Echtpaar gered van brand door knal van deo-spuitbus
- De Telegraaf ALFRED J. BOER 10 jun. 2017 Fraaie Francaise
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.