warmlopen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • warm·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
warmlopen
liep warm
warmgelopen
klasse 7 volledig

Werkwoord

warmlopen

  1. ergatief door activiteit die warmte vrijmaakt een te hoge temperatuur bereiken
    • Afgelopen maandag met het warme weer is de dieselmotor van mijn compact warmgelopen. 
  1. ergatief door activiteit die warmte vrijmaakt de juiste bedrijfstemperatuur bereiken.
    • Een motor is bij vriestemperaturen pas na 4 km warmgelopen en bereikt pas dan zijn normale prestaties en normale verbruik. 
  1. ergatief ~ voor enthousiast worden
    • Zij liepen daar niet erg warm voor. 
    • Gevolg was dat niemand meer erg warmliep voor een aanval. [1] 
  1. wederkerend zich ~: door enige tijd hard te lopen het lichaam op een voor sport geschikte temperatuur brengen
    • De nieuwe wethoudersploeg van Den Haag heeft zich dinsdagmiddag warmgelopen op het strand van Scheveningen. 

Gangbaarheid

  • Het woord warmlopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Lemaitre, Pierre Tot ziens daarboven 2014 ISBN 9789401601931 pagina 11
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.