vrijetijdskleding
Nederlands
Woordafbreking
- vrije·tijds·kle·ding
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van vrije tijd zn en kleding zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrijetijdskleding | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
vrijetijdskleding v [1]
- (kleding) informele, makkelijk zittende kleding die men draagt in de tijd dat men niet werkt
- Bailey begon in 2001 bij Burberry, dat destijds als producent van vrijetijdskleding vooral teerde op vergane glorie. Hij wordt voor een belangrijk deel verantwoordelijk gehouden voor de ommekeer bij het bedrijf, dat tegenwoordig in de modewereld hoge ogen gooit met prijzige kleding en tasjes met het bekende ruitpatroon.[2]
- Aanvankelijk alleen jeans, maar intussen is dat herenmode en vrijetijdskleding. ,,In de meest brede zin van het woord. Met als rode draad dat het vooral betaalbaar moet blijven.”[3]
Gangbaarheid
- Het woord vrijetijdskleding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 31 okt. 2017
- de Telegraaf JAN COLIJN 10 okt. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.