vrijen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: vrijen (hulp, bestand)

Woordafbreking

vrij·en

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘minnekozen’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1] [2]

stamtijd
onbepaalde wijs	verleden tijd	voltooid deelwoord
vrijen	vree vrijde	gevreeën gevrijd
klasse 1 zwak -d	volledig

Werkwoord

vrijen

inergatief (seksualiteit) liefde bedrijven
inergatief knuffelen.

Synoniemen

rollebollen

Hyponiemen

afvrijen, handjevrijen, nachtvrijen, opvrijen, voetjevrijen

Afgeleide begrippen

gevrij, vrijerij, vrijkont, vrijkous, vrijster

Vertalingen

1. liefde bedrijven

Duits: sich lieben ^(de), miteinander schlafen ^(de)
Engels: make love ^(en)
Noors: elske ^(no)

Pools: kochać się ^(pl)
Spaans: acostarse ^(es)

2. knuffelen

Duits: kuscheln ^(de), schmusen ^(de), liebkosen ^(de)

Spaans: acariciarse ^(es), achucharse ^(es)

Gangbaarheid

Het woord vrijen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vrijen' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.