afvrijen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • af·vrij·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
afvrijen
vree af
vrijde af
afgevreeën
afgevrijd
klasse 1

zwak -d

volledig

Werkwoord

afvrijen [1]

  1. veel, lang of hartstochtelijk vrijen
    • we hebben heel wat afgevreeën 

Gangbaarheid

  • Het woord 'afvrijen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.