vrijage
Nederlands
![](../I/m/Vrijage_in_een_koestal_Rijksmuseum_SK-C-563.jpeg)
een vrolijke vrijage in de koestal
Woordafbreking
- vrij·a·ge
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘vrijerij’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
- naamwoord van handeling vrijen met het achtervoegsel -age [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vrijage | vrijages |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
vrijage v [3]
- kortstondige, niet al te serieuze verkering
- Ginny, die haar droom om een groot actrice te worden in rook zag opgaan, leeft op door haar geheime vrijage met strandwacht Mickey (Justin Timberlake).[4]
- Echt leuk wordt het pas weer als zij in bed belandt met de veel jongere hunk Harry (Pico Alexander), die met twee vrienden naar Hollywood is getrokken om daar hun filmdromen waar te maken. Deze vrijage - bedoeld als one-night-stand - groeit uit tot meer als de moeder van Alice (Candice Bergen) het gastenverblijf in de tuin aanbiedt aan de jonge filmtalenten.[5]
Gangbaarheid
- Het woord vrijage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vrijage' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "vrijage" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- vrijage op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf MARCO WEIJERS 21 dec. 2017
- de Telegraaf M.W. 18 okt. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.