vreemde
Nederlands
Woordafbreking
- vreem·de
Woordherkomst en -opbouw
- zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord: vreemd
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | vreemde | vreemden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
vreemde
- m iemand die niet bekend is, een onbekende
- Er zat een vreemde op zijn plek.
- o: (het) vreemde (land) in datief:
- In den vreemde. - in het buitenland.
- o: iets dat verbazing opwekt
- Het vreemde is dat hij daar nooit iets van gezegd heeft.
Gangbaarheid
- Het woord vreemde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'vreemde' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.