voorwiel
Nederlands
Woordafbreking
- voor·wiel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en wiel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorwiel | voorwielen |
verkleinwoord | voorwieltje | voorwieltjes |
Zelfstandig naamwoord
voorwiel o
- (werktuigbouwkunde) voorste of elk van de voorste wielen van een voertuig (met wielen)
Afgeleide begrippen
- voorwielaandrijving, voorwielnaaf, voorwielophanging, voorwielvering, voorwiellager
Gangbaarheid
- Het woord voorwiel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'voorwiel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.