voorverkoop
Nederlands
![](../I/m/Voorverkoop_van_de_beslissingswedstrijd_Ajax_tegen_Feyenoord%2C_Bestanddeelnr_911-2744.jpg)
kaartjes voor de wedstrijd Ajax - Feyenoord al in de voorverkoop uitverkocht
Woordafbreking
- voor·ver·koop
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van voor en verkoop zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | voorverkoop | voorverkopen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
voorverkoop [1]
- verkoop van producten (meestal gaat het om toegangskaarten) voordat de verkoop officieel start, zodat de consument verzekerd is dat het product nog niet is uitverkocht
- Volgens Billboard werd dit gerealiseerd door vier dagen exclusieve voorverkoop aan fans en drie dagen openbare verkoop. Hoewel geen van de shows tot nu toe uitverkocht is, verloopt de verkoop volgens de verwachting van het team van Taylor.[2]
- De voorverkoop begint vrijdag. De voorstellingen zijn in Den Haag, Delft, Leiden, Amsterdam (2x), Nijmegen, Haarlem en Leeuwarden.[3]
- In totaal treden op het Noord-Hollandse zomerfestival meer dan vijftig bands, dj's en artiesten op. Donderdag werden nog veertien andere artiesten bekendgemaakt, de rest van de line-up volgt in de komende maanden. Indian Summer 2018 vindt plaats op vrijdag 29 juni en zaterdag 30 juni. Het is volgend jaar de achttiende keer dat het festival gehouden wordt. De voorverkoop start zaterdag 16 december om 11.00 uur.[4]
Verwante begrippen
- reservering, plaatsbespreking
Gangbaarheid
- Het woord voorverkoop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Telegraaf 03 jan. 2018
- de Telegraaf 22 dec. 2017
- de Telegraaf 14 dec. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.